die 7e oktober 1945 – met aardig weer, een beetje zon, herfst al, maar niet koud. Op zondag hadden de kinderen van de Spik even tijd voor zichzelf. Door de week moesten ze naar school en hard en veel meewerken op het land en bij het vee. Nu was er tijd voor een potje voetbal, maar ook voor kattekwaad. De oorlog was voorbij maar de mijnenvelden lagen er nog. Afgezet met witte linten of niet, op de jeugd van de Spik hadden ze de aantrekkingskracht als van magneten.Elf dode kinderen op Spik en Maalbroek, in mijn eerdere blogpost refereerde ik er al aan. Dat deze 'vergeten kinderen' na 70 jaar alsnog worden herdacht, is dankzij Chrit Houtackers die met een bidprentje van zijn vriendjes van toen naar een bijeenkomst kwam.
[...]Weten de aanwezigen wel dat dat de grootste naoorlogse ramp met achtergebleven oorlogstuig van heel Nederland is, dat de negen een dag na de ramp samen zijn begraven op het kerkhof van Maasniel, dat de graven inmiddels zijn geruimd, en dat er helemaal niets, maar dan ook helemaal niets is, wat daaraan herinnert?Nee, dat wisten de aanwezigen dus niet...
Op initiatief van de Werkgroep voor de vergeten kinderen van Spik en Maalbroek is er nu een monument dat op 10 oktober onthuld wordt, een website en het boek 'Vergeten Tragedies', een monument-in-verhaalvorm, opgetekend uit de mond van betrokkenen.
Het is vooral deze tekst op de website die mij diep raakt:
Waar het decennia lang lijkt, dat vergeten en verzwijgen eeuwig de manier is om het leed een plaats te geven, daar blijkt het ineens welhaast een weldaad voor allerlei betrokkenen, dat er iemand is die vraagt naar het hoe, wat, wie, waar en waarom achter twee rampen op Spik en Maalbroek.Wat zou ik het mijn oma gegund hebben, en mijn vader, en alle andere nabestaanden van 'vergeten kinderen', dat ze het verdriet dat ze in stilte met zich meedroegen, hadden kunnen delen...
Het boek Vergeten Tragedies is hier te bestellen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten