Deze blogpost had ik eerder willen schrijven, jaren eerder zelfs. Zo'n jaar of zeven, acht geleden, toen m'n nichtje van 13 apetrots haar CU2-profiel liet zien. De standaardvragen op deze eerste profielenwebsite had ze - net als haar vriendinnetjes - uitvoerig beantwoord en royaal geïllustreerd met foto's. Een bron van persoonlijke informatie voor wie kwaad zou willen, maar in de beleving van mijn nichtje en haar vriendinnetjes was 't gewoon 'n soort van vriendenboek.
En wat haar ouders ervan vonden? Dat waren geen echte digibeten. Toch ontging hen deze online-activiteiten van hun dochter. In 2001 waren digibewust en mediawijs nog geen ingeburgerde termen en van een bewustheidscampagne, zoals deze week door het Mediawijsheid Expertisecentrum georganiseerd wordt, was nog helemaal geen sprake.
Lekker Beroemd, themaweek over imago en media is de eerste publieksactiviteit van het vorig jaar opgerichte Mediawijsheid Expertisecentrum: "de themaweek wil jongeren en hun ouders na laten denken over hun mediagedrag, bewust maken over de manier waarop media werken, hoe ze invloed hebben op de gewenste identiteit van veel jongeren." (Meer informatie: Mediawijzer.net.)
Maar hoe zit het met privacy en veiligheid want...
"[...] minstens even belangrijk is de bewustmaking van kinderen en ouders van de gevaren van internet..."
Het Veiliger Internet Programma van de Europese Commissie richt zich op het bestrijden van kinderporno, kinderlokken en pesten via internet.
Op initiatief van de Europese Commissie hebben zeventien Europese internetbedrijven in februari een akkoord getekend om sociale netwerken veiliger te maken voor jongeren onder de 18 jaar.
Ook is er een videoclip gemaakt over stop cyberpesten.
Positieve (en geruststellende) ontwikkelingen. Maar toch...
Op 26 maart las ik in NRC Next een artikel van de 17-jarige VWO-leerling Tjeerd Posthuma: En als ik nu een man van vijftig met een vies baardje was? (blogpost 27 maart 2009)
Via een vriendin werd hij uitgenodigd voor Tagged, een netwerksite (met meer dan 70 miljoen geregistreerde gebruikers) waar cyberseks doodnormaal is. Op zich vindt Posthuma dat nog niet het grootste probleem. Wèl het feit dat jongeren zich niet afvragen of degene met wie ze contact hebben, écht is wie hij zegt te zijn.
Dit gaat dus niet meer over "dit ben ik, zo wil ik overkomen" (gewenste identiteit) maar over "ben jij wel wie je zegt dat je bent?"(ware identiteit).
En dan hebben we het nog niet gehad over sexting, het versturen van blote of suggestieve foto’s van jezelf via de mobiele telefoon. In Australië startte onlangs een campagne die tieners waarschuwt voor de gevolgen van sexting, want wat als je ex-vriendje die foto's online zet...
(foto Tagged-profiel: we-like-tagged.hyves)
2 opmerkingen:
Hoi Marlies,
Je hebt hier een goed punt. Veel te weinig mensen realiseren zich dat ze sporen achterlaten op internet. En ik breek mij nu al het hoofd over de vraag hoe ik mijn kinderen bewust kan maken van de gevaren van internet zonder ze paranoïde te maken.
Ik heb in mijn blog ook een paar artikelen gewijd aan internet en veiligheid:
http://dzjiedzjee.blogspot.com/2008/12/7-dings-itch.html
http://dzjiedzjee.blogspot.com/2008/12/web-20-en-veiligheid.html
Groeten,
Gert Jan Hermus
tja, kinderen bewust maken van de gevaren van internet... lijkt me geen gemakkelijke opgave. Uit onderzoek blijkt dat het puberbrein nog niet helemaal in balans is. En daarom alleen al vind ik de kwestie die Posthuma in zijn artikel aanhaalt (geen voorlichting over cyberseks) niet onbelangrijk.
Maar jouw blogposts geven ook food for thought want ook volwassenen realiseren zich niet altijd hoeveel digitale sporen (niet alleen op internet) ze achterlaten. Vincent Icke in de Stoel van Steinz illustreerde dat mooi aan de hand van een vastgebonden Gulliver; een lijntje geeft niet, maar al die lijntjes samen...
Een reactie posten